Spoedplein: één balie voor acute patiëntenzorg

 

In het IJsselland Ziekenhuis worden de Huisartsenpost Rijnmond (HAP) en Spoedeisende Hulp (SEH) verbouwd tot één Spoedplein. De teams van SEH en HAP gaan hier intensiever samenwerken om patiënten sneller en beter te kunnen helpen. Doel is de juiste zorg op de juiste plek door de juiste zorgprofessional. Medisch manager van de HAP Willemijn Edel, SEH-arts Carolien Verheij en chirurg Milko Bruijninckx leggen uit waarom het Spoedplein er komt en wat dit oplevert voor de patiënt én de zorgprofessional.

Voor de periode 2019-2024 heeft het IJsselland Ziekenhuisstrategische doelstellingen geformuleerd en om deze doelen te realiseren zijn verschillende projecten gestart. Een van deze projecten is ‘Netwerksamenwerking rond de acute patiënt’. Carolien: ‘Dit heeft geresulteerd in meer samenwerking tussen de huisartsenpost en de spoedeisende hulp en het opzetten van het Spoedplein. Alles is hiermee veel meer geïntegreerd. We werken al langer samen, maar dat was meer los van elkaar en letterlijk gescheiden door een muur en deur.’

HAP-collega Willemijn herkent dat. ‘Vanuit beide organisaties is het logisch dat er een aparte balie is voor spoedeisende hulp en huisartsenpost, maar voor de patiënt is dat minder duidelijk. Een patiënt komt met een acute vraag en heeft acute hulp nodig. We hebben de twee balies gefuseerd naar één balie met twee medewerkers vanuit SEH en HAP. De patiënt komt binnen en wordt direct geholpen.’ Naast de balie komt ook een kleine kamer voor snelle triage. ‘Het is aan de balie niet altijd goed te zien wat er aan de hand is’, vervolgt Willemijn. ‘In het kamertje kunnen we iemand beter bekijken en beoordelen wat op dat moment nodig is.’

Intensieve samenwerking

Het Spoedplein voorkomt dubbel werk en onnodige zorg. Ook is de wachttijd korter en de kwaliteit van zorg zo hoog mogelijk. Afgelopen jaar is de Directe Toegang Radiologie al succesvol gestart. Hierbij kan een speciaal geschoolde huisarts een foto aanvragen en voorlopig beoordelen, zonder tussenkomst van de SEH. Pas als deze kernteamhuisarts een afwijking constateert, gaat de patiënt voor behandeling naar de spoedeisende hulp. Al met al komen de HAP en SEH dichter naar elkaar, met kortere lijnen en meer contact. De komst van een gezamenlijke teamkamer, gezamenlijke scholingen en gezamenlijke start van de dienst dragen hier verder aan bij.

Carolien: ‘Tijdens een gezamenlijke start proberen we alles zoveel mogelijk af te stemmen. Als je samen start, weet je elkaar de rest van de dienst ook beter te vinden.’ Volgens Willemijn verloopt alles gefaseerd en vrij natuurlijk. ‘In het begin is het best spannend met alle nieuwe collega’s van een andere organisatie, maar we werkten eerder al samen. Het contact is vooral intensiever geworden.’ Het begon in coronatijd met een directe deur tussen de HAP en de SEH. ‘Daardoor lopen we nu binnendoor naar elkaar toe en dan vind je elkaar makkelijker’, aldus Willemijn. ‘Voorheen moesten we twee deuren door met een toegangspas. Nu kunnen we even snel overleggen over een patiënt en makkelijker vragen stellen. De situatie is veel opener.’ Milko beaamt: ‘Als je elkaar kent, kun je elkaar makkelijker benaderen. Ik zie het Spoedplein als een prachtige samenwerking, die veel eerder had gemoeten. De SEH is van belang voor de omgeving en voor het ziekenhuis.’

Vele voordelen voor de patiënt

Carolien: ‘Het nieuwe proces is ideaal voor patiënten. Door het Spoedplein hoeft de patiënt minder lang te wachten en gaat niet van de ene naar de andere wachtkamer. We kunnen de patiënt ook sneller helpen. Je bent nooit graag in een ziekenhuis, maar als het moet dan willen we dat zo goed en prettig mogelijk laten verlopen.’ Willemijn vult aan: ‘Uiteindelijk is de acute patiënt beter geholpen en dat is fijn.’

Vanwege verschillende systemen is het afstemmen van de triage niet eenvoudig. Milko: ‘We kunnen niet zomaar bij elkaars patiëntgegevens. In de nieuwe situatie maken we daar afspraken over. Als we straks in elkaars systeem kunnen kijken, hoeft een patiënt niet meer drie keer zijn verhaal te vertellen.’ Ook het gezamenlijke startmoment is soms nog wat ingewikkeld omdat de werktijden van de HAP en SEH niet altijd gelijklopen. ‘Je moet elkaar ergens vinden, zodat er bij iedere dienst kort afstemming is’, zegt Willemijn. ‘Dit kunnen we echter niet structureel inroosteren omdat niets planbaar is in de acute zorg. Je begint altijd met een lege agenda en kunt ineens enorm druk zijn met patiënten.’

Winst voor zorgprofessionals

Milko ziet het Spoedplein als een belangrijke verbeterstap. ‘Ook voor medewerkers is het winst. Het werkt prettiger en zorgt voor minder frustratie.’ Willemijn: ‘We hebben meer inzicht in elkaars werkzaamheden en werkwijze en hierdoor heb je meer begrip voor elkaar. Tot slot is het leuk om op deze manier te werken, want je hebt meer zicht op wat er met de patiënt gebeurt. Het is een verbreding van je vak, want je leert ook veel door de kruisbestuiving.’

Willemijn is benieuwd hoe het gaat zodra de gezamenlijke balie open is. ‘Vanachter die nieuwe balie kunnen we werk van elkaar gaan overnemen, omdat de baliemedewerkers in beide systemen kunnen. Naast meer samenwerking verwacht ik ook meer samen leren, bijvoorbeeld in de gezamenlijke trainingen. In november hebben we bijvoorbeeld samen een training over ggz-problematiek. We zijn allemaal getraind voor lichamelijke spoed, maar zien ook geregeld ggz-problematiek op de HAP en SEH. Een gebroken pols is vaak vrij eenvoudig, maar bij een zelfmoordpoging komt meer kijken. Het is goed om allemaal te weten hoe we ermee kunnen omgaan tot de crisisdienst het overneemt.’