Hepatitis B is een ontsteking van de lever, veroorzaakt door een virus in de levercellen. Hierdoor kan littekenweefsel in de lever (leverfibrose) ontstaan.
Een infectie kan zowel acuut als chronisch (langdurend) zijn. Als de hepatitis B infectie chronisch wordt, treedt er steeds meer littekenweefsel op en kan de lever zelfs hard worden (levercirrose). Dit gaat gepaard met een achteruitgang van de normale leverfuncties en minder bloeddoorstroming van de lever.
Het hepatitis B virus bevindt zich in verschillende lichaamsvloeistoffen, zoals bloed, sperma, vaginaal vocht en speeksel. De virusdeeltjes in het lichaam van mensen met chronische hepatitis B vermenigvuldigen zich continu. Hierdoor kunnen zij andere mensen in hun omgeving besmetten.
Het hepatitis B virus is heel besmettelijk en kan worden overgedragen door:
In Nederland worden alle vrouwen in de zwangerschap gecontroleerd op hepatitis B.
Hepatitis B kan bij iedereen voorkomen, maar mensen die drugs inspuiten, veel reizen naar ontwikkelingslanden of werken in de gezondheidszorg lopen een groter risico. Hoe hepatitis precies wordt overgedragen hangt af van het type.
Hepatitis B (HBV) kunt u met een vaccinatie voorkomen. Er zijn medicijnen die HBV kunnen genezen of lang kunnen onderdrukken. Door hepatitis B te behandelen, proberen we schade aan de lever te beperken. De behandeling van HBV gebeurt met antivirale middelen of interferon.
Directe Antivirale middelen (DAA’s) onderdrukken het virus, maar genezen de infectie niet. Bij directe antivirale middelen heeft u weinig of geen bijwerkingen. In Nederland gebruiken we meestal de tabletten Tenofovir en Entecavir. Deze tabletten moet u een keer per dag innemen. Ze verlagen het aantal virussen, waardoor uw lever weer kan herstellen. Meestal moet u deze tabletten de rest van uw leven slikken. Stopt u, dan komt het virus weer terug en neemt het toe.
Interferon geneest de infectie bij 30% van de mensen wel. Het is belangrijk dat u weet dat interferon bijwerkingen heeft, zoals koorts, malaise en depressiviteit.