Borstsparende operatie

Een borstsparende behandeling bij borstkanker bestaat altijd uit:


  1. Het operatief verwijderen van het borstkankergezwel
  2. Bestraling (radiotherapie) van de geopereerde borst, gedurende enkele weken

Bij een borstsparende operatie blijft de borst behouden, maar de vorm en kleur van de borst kunnen door de intensieve behandeling wel verandering vertonen.

Een borstsparende behandeling is mogelijk als:

  • De tumor niet te groot is ten opzichte van de grootte van de borst. Er kan zo geopereerd worden, dat kans op verminkingen klein is.
  • Er zich 1 tumor in de borst bevindt, of wanneer er zich 2 tumoren in de borst bevinden die dicht bij elkaar liggen.

Locatie tumor

Bij een borstsparende behandeling wordt de tumor met een ruime hoeveelheid gezond weefsel uit de borst weggenomen. Wanneer de afwijking in de borst niet voelbaar is, zal deze voor de operatie eerst zichtbaar gemaakt moeten worden. Dit noemen we een lokalisatie procedure. Met behulp van een draadje dat op de exacte plek van de afwijking ingebracht wordt, kan de chirurg de afwijking verwijderen.

Metalen clipjes

Tijdens de operatie markeert de chirurg de randen van het operatiegebied met metalen clipjes. Zo kan de radiotherapeut (bestralingsarts) de bestraling zo precies mogelijk uitvoeren. Deze clipjes zijn heel klein, niet voelbaar en hoeven na de radiotherapie niet verwijderd te worden.

Litteken

De grootte van het litteken is afhankelijk van de grootte en diepte van de tumor. De wond wordt meestal onderhuids gehecht. De eerste dagen na de operatie kan het wondgebied gevoelig zijn. Ter ondersteuning van de wond en de borst wordt geadviseerd om 7 dagen dag en nacht een (sport)BH dragen.