Algehele verdoving

Bij een algehele verdoving krijgt u een narcose. U bent hierbij in een diepe slaap.

Voor de operatie

  • Als u een algehele verdoving (narcose) krijgt, laat u uw contactlenzen, bril en gebitsprothese op de verpleegafdeling, voordat u naar de operatiekamer gaat.
  • Voordat de anesthesioloog u in slaap brengt, krijgt u een kapje met zuurstof toegediend. Hierna krijgt u medicatie via het infuus, waardoor u snel in slaap valt. Gedurende de hele operatie blijft de anesthesiemedewerker of anesthesioloog bij u. We laten u dus nooit alleen.

Tijdens de operatie

  • Tijdens de operatie controleren we voortdurend uw gezondheidstoestand en stemmen we de hoeveelheid toegediende medicijnen hierop af.
  • Om uw ademhaling tijdens de operatie te controleren en te beveiligen, plaatsen we in veel gevallen tijdens de narcose een plastic buisje in uw luchtpijp (intubatie). U merkt hier niets van. Het buisje wordt pas geplaatst nadat u voldoende diep slaapt en wordt weer verwijderd voordat u wakker bent.
  • Bij het inbrengen van het beademingsbuisje bestaat er een klein risico op beschadiging van het gebit. Als u een of meerdere slechte of loszittende gebitselementen heeft, is dit risico groter. Het kan zijn dat u na de operatie door het beademingsbuisje last heeft van keelpijn. Ook kunt u last hebben van een hese stem. Deze klachten verdwijnen na enkele dagen vanzelf.

Na de operatie

  • Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier controleren gespecialiseerde verpleegkundigen uw gezondheid. Pas als uw conditie stabiel is gaat u terug naar de verpleegafdeling.
  • Na de operatie kunt u zich slaperig voelen. Ook kan misselijkheid en braken optreden en kunt u pijn hebben. De verpleegkundigen controleren dit regelmatig. De anesthesioloog heeft instructies gegeven welke medicijnen de verpleegkundige u, als het nodig is, mag geven.

 

Voorbereiding

De anesthesioloog bespreekt op de POPA met u welke eigen medicatie u op de dag van de operatie wel en niet mag innemen. Het  is belangrijk dat zich aan deze instructies houdt. In het bijzonder wordt er op de POPA met u besproken wat u in het geval van suikerziekte met uw medicatie moet doen. Ook het eventuele gebruik van bloedverdunners bespreken we nadrukkelijk met u.

Nuchter zijn

Het is belangrijk dat u voor uw operatie nuchter bent. Hier gelden regels voor, voor volwassenen en kinderen.

Nuchter zijn (volwassenen en kinderen)