Plasklachten bij de vrouw

Plasklachten bij de vrouw komen vaak voor. Plasklachten komen op alle leeftijden voor, maar over het algemeen geldt dat met het toenemen van de leeftijd ook de plasklachten toenemen.

Plasklachten bij de vrouw zijn onder te verdelen in twee groepen. De behandelingen kunnen enorm variëren. 

Vaak en kleine beetjes plassen door een 'overactieve blaas'

Bij een overactieve blaas is het van belang dat eerst wordt gezocht naar de oorzaak hiervan. Vaak zijn een cystoscopie, plasdagboek, uroflowmetrie en urineonderzoek afdoende. Indien geen oorzaak wordt gevonden, zoals in de meeste gevallen, kan met de behandeling worden gestart.

Patiëntenfolders in de Folder WebApp:

Behandelingsmogelijkheden

De behandelingsmogelijkheden voor deze klacht zijn:

  • Medicijnen om de blaas rustiger te krijgen.
  • Bekkenbodem fysiotherapie om de blaas rustiger te krijgen en zo nodig ook de bekkenbodemspieren beter en op een goede manier te kunnen gebruiken.
  • Als bovenstaande behandelingen niet voldoende zijn, is botuline-toxine in de blaas een mogelijkheid.
  • Uitzonderlijk: neuromodulatie.

Slappe urinestraal door slappe blaasspier en/of slecht ontspannen van bekkenbodemspieren

Deze klacht hoeft niet altijd te worden behandeld. Hieronder kunt u lezen welke behandelingen nodig zijn en wanneer ze nodig zijn.

  • Bekkenbodem fysiotherapie om de bekkenbodemspieren juist te ontspannen tijdens het plassen.
  • Zelfkatheterisatie bij een slappe blaasspier.

Plasklachten goed behandelbaar

Plasklachten bij de vrouw zijn vaak goed te behandelen. Een overactieve blaas is meestal goed te behandelen met medicijnen, ook als u al op leeftijd bent. Een verkeerd plaspatroon door verkeerd gebruik van de bekkenbodemspieren is simpel te corrigeren met bekkenbodem fysiotherapie.