Voor de operatie wordt u, en eventueel uw naaste, verwacht op de dagverpleging op afdeling B1.
U meldt zich bij de afdelingssecretaresse. Zodra zij u heeft ingeschreven, meldt zij bij de verpleegkundige dat u er bent en wordt u opgehaald.
De verpleegkundige verzorgt het opnamegesprek en bereidt u voor op de operatie die u krijgt.
Zodra de operatieafdeling u kan ontvangen wordt u in bed naar de voorbereidingskamer van de operatieafdeling gebracht. Daar bereidt men u voor op de operatie. U krijgt een infuus en u wordt aangesloten op medische apparatuur om u tijdens de operatie goed in de gaten te houden. Na de operatie komt u op de uitslaapkamer. Afhankelijk van de verdoving wordt besloten wanneer u weer naar de afdeling mag.
De verpleegkundigen van de dagverpleging halen u dan op.
Terug op de afdeling wordt er wondcontrole verricht. Afhankelijk van de verdoving krijgt u drinken en eten aangeboden. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u naar huis mag. U mag zelf uw contactpersoon bellen en doorgeven hoe laat u opgehaald mag worden.
Regel van tevoren met familie of vrienden dat zij u na de operatie ophalen. Onder invloed van de anesthesie of medicatie kan uw reactievermogen verminderd zijn. Daarom mag u de eerste 24 uur na de ingreep niet zelf aan het verkeer deelnemen.
Voor iedere operatie, onderzoek of behandeling geldt een observatieperiode. Die observatieperiode is bepalend voor de duur van uw opname.
Iedere operatie, onderzoek en behandeling heeft een minimale opnametijd. Wanneer u naar huis kunt, is mede afhankelijk van hoe u zich voelt. Het kan zijn dat de opnameduur wijzigt door onvoorziene veranderingen in het programma. Houdt u hier voor de opname rekening mee.
Zodra u terug bent op de afdeling na een lokale verdoving, blokverdoving of ruggenprik, en uw situatie laat het toe, dan mag u weer eten en drinken. Na een narcose of een “roesje” begint u met een glas water, dit wordt geleidelijk uitgebreid. De voedingsassistente of verpleegkundige verzorgt de (brood)maaltijd voor u.
Als u zich goed voelt en u iets gegeten heeft, mag u zich weer aankleden. Indien nodig wordt u hierbij geholpen door de verpleegkundige. Ook haalt de verpleegkundige vlak voordat u naar huis mag uw infuus uit uw hand.
Afhankelijk van uw operatie en indien de arts dit nodig acht krijgt u, voordat u naar huis gaat, fysiotherapie aangeboden. Voor sommige operaties is het nodig om na de operatie te mobiliseren met krukken. Deze dient u zelf voor opname te regelen.
Voordat u naar huis gaat krijgt u een ontslaggesprek met een verpleegkundige. U krijgt dan instructies over de leefregels, pijnmedicatie, voeding, wondverzorging en eventuele vervolgafspraken. U ontvangt per mail een ontslagfolder zodat u belangrijke informatie thuis kunt nalezen.
Na het ontslaggesprek ontvangt u via de mail ook een korte enquête (reactiekaart) waarop u kunt laten weten hoe u terugblikt op uw opname. U kunt de reactiekaart eenvoudig online invullen.
Mocht het medisch noodzakelijk zijn dat u niet naar huis mag, dan kunt u een nacht in het ziekenhuis blijven. De volgende ochtend mag u naar huis.