Burgemeester en wethouders Capelle en Krimpen op werkbezoek

 

Op 10 oktober waren de burgemeester en wethouders van gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel te gast bij het IJsselland Ziekenhuis. Met elkaar staan we voor de uitdaging om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarom is het belangrijk dat ziekenhuis en gemeenten elkaar opzoeken om na te denken over de manier waarop we elkaar versterken. Met als doel zorg te bieden aan de inwoners van Capelle en Krimpen, de juiste zorg op de juiste plek door de juiste professional.

Albert van Wijk, voorzitter raad van bestuur van het IJsselland Ziekenhuis: “In onze regio zien we dat de groep ouderen harder groeit, dat de aandoeningen bij onze patiënten complexer worden en dat een deel van de inwoners er een ongezonde leefstijl op nahoudt. Tel daarbij op dat het aantal medewerkers afneemt terwijl er juist meer medewerkers nodig zijn. Dan is al snel duidelijk dat actie nodig is en dat we meer moeten gaan samenwerken om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.”

Burgemeester Peter Oskam van Capelle aan den IJssel: “Het IJsselland ziekenhuis en het spoedplein zijn ontzettend belangrijk voor onze stad. Dichtbij en met de meest belangrijke en specialistische zorg voor Capellenaren. Ziekenhuis en gemeente, bestuurders onderling, we weten elkaar snel te vinden met als doel de beste zorg voor de Capellenaar te bieden. Het IJsselland is innovatief, biedt op een slimme manier de zorg waar behoefte aan is en dat op een persoonlijke en warme manier. Daar worden mensen blij van. Ook werkt het ziekenhuis samen met partners zoals Lelie zorggroep en de huisartsenposten in het spoedplein. Dat scheelt bij behandelingen van patiënten vaak tijd. Voor het college van Capelle is het IJsselland een ziekenhuis om trots op te zijn.”

Ook waarnemend burgemeester van Krimpen aan den IJssel Jan Luteijn is blij met het IJsselland Ziekenhuis. “Onze gemeente heeft de ambitie de gezondste gemeente van Nederland te worden. We vinden het belangrijk dat er mensen bij elkaar komen die op bestuurlijk niveau nadenken over de manier waarop we met elkaar kunnen samenwerken. Zodat we met elkaar de maatschappelijke opdracht kunnen vormgeven.”