Zwangerschapssuiker (diabetes)


Zwangerschapssuiker (diabetes) ontstaat meestal pas in de tweede helft van de zwangerschap.

Bij zwangerschapssuiker is het suiker (glucose) gehalte van het bloed hoger dan normaal.

Glucose moet in de lichaamscellen (spier, vetcellen) worden opgenomen. Dit gebeurt met behulp van insuline. Als je zwanger bent, zal je lichaam door de zwangerschapshormonen minder gevoelig zijn voor insuline. Hierdoor wordt de glucose soms minder goed opgenomen in de lichaamscellen en wordt het glucosegehalte te hoog.

Glucose gaat door de placenta. De baby kan hierdoor te groot worden.

Klachten

  • Veel plassen
  • Vermoeidheid
  • Dorst
  • Spierpijn

Onderzoeken

  • Het bloed wordt gecontroleerd op een te hoog glucosegehalte, vaak door middel van een Glucosetolerantie test
  • Regelmatig groeiecho’s

Behandeling

  • Voedingsadvies in overleg met de diëtist
  • Meer bewegen
  • Medebehandeling door de internist en de diabetesverpleegkundige
  • Soms is behandeling met insuline injecties noodzakelijk

Meer informatie krijg je van de verloskundige/ gynaecoloog of kun je nalezen in de folders Zwangerschapsdiabetes en Voeding en zwangerschapsdiabetes.